Misvattingen over kleine huisdieren

Misvattingen over kleine huisdieren
 
Nederlanders zijn dol op hun huisdieren. Met meer dan 33 miljoen dieren in Nederlandse huishoudens, spelen honden, katten en knaagdieren een grote rol in ons leven. Maar een huisdier goed verzorgen kan ingewikkeld zijn. Wat mogen ze eten? Wanneer hebben ze zorg nodig? Veel eigenaren baseren hun keuzes op aannames die niet altijd kloppen.

 1.  Dieren zijn geen kleine mensen

Veel mensen zien hun huisdier als een familielid en behandelen ze alsof ze dezelfde behoeften hebben als mensen. Toch verschillen de fysiologieën van dieren aanzienlijk.

Bijvoorbeeld, medicatie die geschikt is voor mensen kan voor dieren levensgevaarlijk zijn. Paracetamol is bijvoorbeeld giftig voor katten. Ook voeding vraagt om specifieke aandacht: honden zijn alleseters, terwijl katten obligate carnivoren zijn die essentiële voedingsstoffen uit vlees moeten halen.

Waar moet u op letten bij voeding?

  • Katten hebben een hogere eiwitbehoefte dan honden.
  • Taurine is essentieel voor katten, maar honden kunnen dit zelf aanmaken.
  • Honden kunnen beter koolhydraten verteren dan katten.

Een aangepast dieet is belangrijk voor puppy’s, kittens, senioren en dieren met specifieke gezondheidsproblemen. Vraag je dierenarts om persoonlijk advies als je twijfelt.

2.    Preventieve zorg is overbodig als mijn huisdier gezond lijkt

Dit is een veelvoorkomende misvatting. Zelfs gezonde dieren hebben baat bij preventieve zorg, zoals vaccinaties, ontwormingsmiddelen en routinecontroles.

Waarom is preventieve zorg belangrijk?

  • Vaccinaties beschermen tegen ernstige ziekten, zoals hondenziekte of niesziekte.
  • Wormen en vlooien komen gedurende het hele jaar voor. Ook als uw kat nooit naar buiten gaat kunt u toch wormen en/of vlooien naar binnen brengen.
  • Routinecontroles bij de dierenarts kunnen aandoeningen zoals obesitas, tandproblemen of tumoren in een vroeg stadium opsporen.

Zelfs binnenhuisdieren lopen risico’s: parasieten kunnen via schoenen, kleding of andere huisdieren naar binnen worden gebracht.

3.    Alléén raskatten en rashonden hebben genetische problemen

Hoewel rashonden en -katten vaker bekendstaan om erfelijke aandoeningen, zijn kruisingen niet immuun voor gezondheidsproblemen.

Zo hebben kruisingen van grote rassen, zoals Labradors en Duitse Herders, vaak heup- of elleboogproblemen. Bij katten komen hartproblemen en niercysten regelmatig voor bij kruisingen van Perzische rassen. Erfelijkheid speelt een rol, ongeacht het ras.

Heeft jouw dier een kruising? Wees alert op signalen van erfelijke aandoeningen en raadpleeg je dierenarts voor advies.

4.    Dieren tonen pijn op dezelfde manier als mensen

Dieren zijn vaak meesters in het verbergen van pijn, omdat dit in het wild een overlevingsmechanisme is. Eigenaren denken soms dat hun huisdier “geen pijn heeft” omdat het normaal eten of speelt, terwijl er een ernstig probleem kan zijn.

5.    Natuurlijke remedies zijn altijd veilig

Hoewel natuurlijke remedies vaak als veilig worden beschouwd, kunnen sommige planten en kruiden schadelijk zijn voor huisdieren. Lelies en oleanders zijn bijvoorbeeld giftig voor katten, terwijl rozemarijn en maretak schadelijk kunnen zijn voor honden.

Voor knaagdieren, zoals konijnen en cavia’s, zijn rabarberbladeren en vingerhoedskruid gevaarlijk. Gebruik natuurlijke middelen alleen in overleg met een deskundige.

6.    Castratie of sterilisatie verandert het gedrag van een dier volledig

Hoewel castratie of sterilisatie sommige gedragingen kan verminderen, zoals territoriaal gedrag of sproeien, is het geen wondermiddel. Gedrag wordt ook beïnvloed door training, opvoeding en de omgeving van het dier.

7.    Dierenartsbezoeken zijn alleen nodig bij ziekte

Veel eigenaren gaan pas naar de dierenarts als hun huisdier duidelijk ziek is. Toch kunnen regelmatige controles problemen voorkomen en de levenskwaliteit van je huisdier verbeteren.

Hoe maak je een dierenartsbezoek minder stressvol?

  • Neem je puppy of kitten mee voor een korte, positieve kennismaking.
  • Beloon je huisdier met snacks of speelgoed na het bezoek.

8.    Katten hebben weinig verzorging nodig

Katten worden vaak gezien als zelfstandige dieren die weinig onderhoud nodig hebben, maar ze kunnen net zo goed medische zorg nodig hebben. Denk aan tandverzorging, vachtverzorging en controle op ziekten zoals nierfalen.

9.    Vaccinaties zijn niet belangrijk voor binnen huisdieren

Zelfs als je huisdier nooit naar buiten gaat, kan het blootgesteld worden aan ziekten. Schoenen, kleding of andere huisdieren kunnen ziektes naar binnen brengen. Vaccinaties bieden een essentiële, levensreddende bescherming.

10.    Een tweede mening is niet nodig

Bij complexe gezondheidsproblemen of twijfel over een behandeling kan een tweede mening van een andere dierenarts nieuwe inzichten bieden. Elk dier is uniek, en een frisse blik kan soms het verschil maken.